Het wordt alsmaar warmer in onze steden. In de zomer zelfs te warm om er aangenaam te wonen, er zelfs gewoon te zijn. Het is niet enkel een probleem van grotere steden, zo leert de hittekaart van Vlaanderen. Ook kleinere, landelijke gemeenten ontsnappen er niet aan. De kernen ontvolken is geen optie, op verstandig wijze groen bijbrengen is dat wel!
Een blik uit het raam volstaat om het belang van groen als temperatuurregulator te beseffen. Op een zonovergoten dag zoeken mensen parken op. Ze liggen, zitten of spelen in de schaduw van bomen of aan de rand van een groen aangeklede waterpartij. Ze vermijden straten, plekken en pleinen zonder schaduw, nog eens extra opgewarmd door verkeer en door de warmtestromen van airco’s die woningen en winkels koelen.
Parken wuiven koelte toe
Parken zijn onontbeerlijk in elke stad; hoe groter hoe beter en het liefst ook nog eens gecombineerd met water. Hun verkoelende effect is dan het sterkst is voelbaar tot ver buiten het park. Een studie over stadsparken in Berlijn stelde vast dat een 17 hectare grote groenzone een meetbaar effect heeft tot 100 meter in alle richtingen. Het effect van de 212 hectare grote dierentuin is zelfs merkbaar tot 1300 meter met de wind mee en 200 meter tegen de wind in (1). Het effect is des te groter waar de koele lucht ver de bebouwing in kan dringen via straten, waterlopen of andere open ruimten. Ook buurtpleintjes, laanbomen en zelfs individuele bomen vormen een netwerk dat koelere lucht aanzuigt en zelf nog extra verkoeling veroorzaakt.
Elke boom telt
In de schaduw van een boom kan het tot tien en zelfs vijftien graden koeler zijn dan in de zon. De Nederlandse studie ‘Groene Stad’ berekende dat een volwassen boom een natuurlijk koelvermogen heeft van 20 tot 30 kW: het equivalent van tien airco’s (2). Loofbomen hebben een streepje voor op naaldbomen dankzij hun bredere kruin. Ze koelen zelf door de verdamping van vocht via hun bladeren en hebben ook een secundair effect: waar hun loof schaduw werpt, weerkaatsen de harde materialen van bestratingen en gevels minder tot geen warmte. Terwijl de warme lucht via de verdamping uit hun bladeren naar boven ontsnapt, wordt laag tegen de grond – in de schaduw – koele lucht weer aangezogen. Dat positieve effect is veelvuldig in cijfers vastgelegd. Studies over binnensteden in de Verenigde Staten hebben het over temperatuurdalingen van 0,3 tot 1 graad en op sommige plaatsen zelfs tot 3 graden (3).
Warmte, nu en later
Behalve bomen hebben ook heestergroepen en zelfs gazons een gunstig effect op de temperatuur van de omgeving. Elke vierkante meter die met groen gevuld is, is bovendien een vierkante meter
verharding of bebouwing minder waarop warmte weerkaatst of opgeslagen wordt die direct of later weer vrijkomt. Vooral dat ‘later- effect’ blijft (voorlopig) onderschat. Deze warmte komt vrij op het moment dat de omgeving probeert af te koelen, ’s avonds en ’s nachts, en verklaart de steeds kleinere temperatuurverschillen. In de slaapkamers van de stadsbewoners blijft het daardoor te warm. Ze installeren dan maar een airco, maar dragen op die manier weer bij tot opwarming van het stadsklimaat.
Bewoners betrekken
Ook groene voor- en achtertuinen bouwen mee aan de gewenste groene netwerken. Steden en gemeenten stimuleren hun bewoners dan ook om bomen te planten. Ze geven (nieuwe) inwoners bijvoorbeeld een klimaatboom cadeau, zijn strenger met kapvergunningen en ontraden verharde voortuinen als parkeerruimte.
Zelfs waar ruimte schaars is, zijn er oplossingen. Gevelgroen, vooral tegen een zonbeschenen muur, voorkomt dat warmte weerkaatst of vastgehouden wordt. Bewuste beleidsvoerders schaven daarom de strenge kantjes af van hun ‘tegeltuin-reglementen’ of wijzen burgers op de voordelen van een groene, zo goed als gratis isolatie van de eigen woning. Onder andere Antwerpen, Lier, Dendermonde en Mechelen gaan nog een stapje verder en bieden – al of niet in het kader van een pilootproject – aan om bij de heraanleg van de straat tegeltuintjes aan te leggen of te laten aanleggen.
Ook voor de aanleg van groendaken zijn er argumenten te over. Ze beschermen de dakbekleding, bufferen water, isoleren de woning tegen opwarming en verhogen de opbrengst van zonnepanelen. En dat is alleen maar het eigen voordeel. De hele gemeenschap heeft baat bij een groendak dat minder hitte weerkaatst: bij momenten zelfs maar dertig in plaats van zeventig graden. Wijzen op het eigen voordeel is al een goede stimulans, maar overheden kunnen ook zelf het goede voorbeeld geven door hun gebouwen groen te bedekken. Toelagen maken groene aanpassingen nog interessanter voor burgers.
Niet uitstellen maar doen
Steden en gemeentes groener ‘aankleden’ kan niet van vandaag op morgen. Maar er wordt aan gewerkt. In Kasterlee bijvoorbeeld: een op-en-top groene gemeente die volgens de hittekaart toch kans maakt op een lichte opwarming. De gemeente levert vandaag nog bijna uitsluitend kapvergunningen af indien er concrete bouwplannen voor het perceel zijn. In de bebouwde omgeving besteedt ze extra aandacht aan behoud en uitbreiding van groenvoorzieningen en laanbomen. Meer (beleids-)plannen volgen en worden uitgewerkt door de vorig jaar aangeworven groenambtenaar.
In Mechelen, net zoals in Antwerpen, Gent, Kortrijk, Roeselare en Brugge, is het hitte-eilandeffect al duidelijk merkbaar. Het stadsbestuur zet al jaren sterk in op meer, beter én toegankelijk groen. Met een ambitieus parkenplan gaat Mechelen voor creatie van nieuwe parken en het openstellen van binnengebieden. Alleen al in deze legislatuur vertaalde zich dat in negen nieuwe parken. De Rik Wouterstuin en de Sinte-Mettetuin in de binnenstad worden nog deze zomer geopend. De Binnendijle aan de Zandpoortvest komt weer bovengronds en krijgt groene oevers: een schitterende
corridor die koelte tot in de stad transporteert. Het stadsbestuur verplicht zichzelf ook om gekapte bomen minstens dubbel te vervangen. Dit jaar staat de teller op ruim vierhonderd nieuwe bomen voor tachtig gekapte. Verder nodigt de stad haar inwoners ook uit om actief mee te werken aan de vergroening en bij uitbreiding om te helpen Mechelen klimaatneutraal te maken. Ze ondersteunt burges daarbij met een subsidie tot 5000 euro. Zo zijn al projecten gerealiseerd van vergroeneing in straten en buurtplekken tot de aanleg van samentuinen en een ecologische speeltuin.
Bronvermelding:
1 Kuttler, 1998, en Von Stülpnagel et al. , 1990
2: magazine De Groene Stad, Jacqueline van Wetten, april 2012
3: Taha et al., 1996
En ook:
Stedelijk hitte-eilandeffect voor het eerst in beeld, EMIS, 2015
MIRA Klimaatrapport 2015
Developing of green infrastructure design guidelines for urban climate adaptation. Klemm, W., Lenzholzer. S., Van den Brink, A., 2017