skip to Main Content
Regentuinen voor de stad van morgen

Regentuinen voor de stad van morgen

image
In Groot-Brittanië zijn divers beplante regentuinen in steden alsmaar meer zichtbaar aan het worden
24.8.2020

Auteur: Denis Dujardin, landschapsarchitect

Dat waterrecuperatie een belangrijk item is vandaag de dag, staat buiten kijf. Bij dit verhaal spelen twee facetten een belangrijke rol. Enerzijds voorkomt water vasthouden dat de rioleringen niet overbelast raken, met vaak overstromingen tot gevolg, in het geval van acute en overvloedige regenval. Anderzijds is het water naar de grondwatertafel leiden door geleidelijke infiltratie, belangrijk voor dat grondwater zelf dat op zijn beurt uiteindelijk de drinkwaterreserve voedt.

Infiltratie of buffering


Bij regentuinen en waterbuffering komt het begrip “wadi” traditionelerwijze snel bovendrijven. Wadi is een Arabisch woord dat verwijst naar een droogstaand rivierdal. Belangrijk hierbij is dat infiltratie en buffering verschillende aspecten zijn.

Zo heeft niet elke grond een goeie percolatiegraad (de snelheid waarmee water in de grond dringt) en de grondwatertafel zit qua diepte vaak op heel verschillende plaatsen.

Toepassing van een beplante Wadi met Kattestaart (Lythrum) in een privé-tuin.

Toepassing van een beplante Wadi met Kattestaart (Lythrum) in een privé-tuin.


Als het grondwater bijna aan de oppervlakte zit, spreekt het voor zich dat de infiltratie zo goed als een maat voor niets zal zijn. Als de grond niet goed infiltreerbaar is, blijft de bufferfunctie en de vertraging die ze veroorzaakt weliswaar belangrijk.
Als het grondwater bijna aan de oppervlakte zit, spreekt het voor zich dat de infiltratie zo goed als een maat voor niets zal zijn.

Er zijn dus altijd twee facetten die moeten beoordeeld worden: infiltratiegraad en grondwaterstand. Daardoor kom je tot de dubbelheid waarbij het niet een of/of-verhaal moet zijn, maar in het beste geval een en/en-verhaal. Resultaat is dus EN buffering EN infiltratie. Deze combinatie is echter nooit gegarandeerd. Als beide parameters goed in rekening zijn gebracht kan je het bekken gaan dimensioneren en positioneren.

Al langer dan vandaag maakt men dergelijke bekkens waarbij het naburige gras doorloopt in het bekken als een soort ingeplooid grasveld. Belangrijk gevolg hierbij is, als het water lang blijft staan, het gras kapot gaat omdat het in dergelijke omstandigheden niet overleeft.

In publieke ruimtes wordt het al snel een vergaarbak van zwerfvuil. Andere planten nemen dan de plaats op de bodem in en dit zijn vaak planten die de winter onder water overleven.

Als het grondwater dieper zit en de percolatiegraad goed is, dan lukt dat wel, maar ook dan is het resultaat ecologisch en water-technisch inferieur aan de oplossing die een regentuin biedt.

Beplante of ingezaaide slenken


De dikte van de rhizosfeer (de wortelzone van de bovengrond) is bij gras beduidend minder dan bij een “beplante slenk” , – want zo zou je een regentuin kunnen omschrijven.

Vaste planten en lagere heesters gaan die rhizosfeer dikker gaan maken, ook al doordat ze de bovenlaag van de grond beter gaan perforeren. In het geval van een ondoordringbare grond kan dat alleen maar een pluspunt zijn.

Zo komen we dus bij die zogenaamde regentuin of “bioswale”. Eigenlijk zijn dit vasteplanten-borders, die al dan niet, kopje-onder-water kunnen verdragen. De keuze van die planten is natuurlijk situatie-gebonden. Het is onzinnig zomaar een lijst van planten op te stellen van soorten die het in “dergelijke” omstandigheden goed doen. Die “dergelijke” is dermate specifiek omdat er altijd andere parameters zijn. Grondwaterstand, infiltratiegraad, helling, bezonning,  het zijn allen parameters die aan de orde zijn bij het maken van een goed beplantingsschema.
Zo komen we dus bij die zogenaamde regentuin of “bioswale”. Eigenlijk zijn dit vasteplanten-borders, die al dan niet, kopje-onder-water kunnen verdragen.

Een goed beplantingsplan is als koken. Het is een recept in elkaar knutselen op basis van goede ingrediënten. Dat is vakmanschap en dus goed weten wat waar moet komen en waarom. Op de bodem van een regentuin komen andere planten dan hogerop; en andere dan op de helling.

In Groot-Brittanië zijn divers beplante regentuinen in steden alsmaar meer zichtbaar aan het worden

In Groot-Brittanië zijn divers beplante regentuinen in steden alsmaar meer zichtbaar aan het worden


In het geval van hellingen, spreken we niet over grachten maar over lichte inclinaties; lichte glooiingen die het water van de omgeving, zoals wegenis of dakafvoeren, gravitair kunnen opvangen. Die lichte hellingen laten ook een gemakkelijk beheer toe.

Een gracht onderhouden is overigens een stevige opgave. Dit moet mechanisch gebeuren en grachten verwilderen altijd, waardoor je die moet blijven maaien om hun functie blijvend te kunnen garanderen.

De tijdsfactor


In ons klimaat wordt uiteindelijk alles bos. Een regentuin niet maaien of selectief wieden geeft enerzijds de natuur vrijgeleide om de opportuniteiten van de traditionele vochtige plaatsen in de regentuin te benutten. Er is opschot van wilgen en elzen maar ook van “verlanders” zoals lisdodde, die al snel dergelijke vochtige plekken innemen.

Anderzijds, als de grond snel infiltreert en de regentuin droog ligt, groeien eerder berken en lijsterbessen.

Sowieso kan men een regentuin niet tot bos laten evolueren. Daar is in de stedelijke context waar de regentuin aan de orde is zo goed als geen plaats voor. Het gaat namelijk over kleine- tot middelgrote recipiënten waar water snel en kleinschalig moet worden opgevangen. Die goed moet kunnen infiltreren als de grond het toelaat, waar de dimensionering voldoende buffering toelaat als vertragings-factor voor de verdere afloop of overstort.
Sowieso kan men een regentuin niet tot bos laten evolueren. Daar is in de stedelijke context waar de regentuin aan de orde is zo goed als geen plaats voor.

Het planten-assortiment van dergelijke regentuin is daardoor ook zeer variabel. Planten moeten nat kunnen staan, maar door de gradiënten – de overgangen van nat naar droog – heb je een waaier van doen, van planten die ook “half-nat” en zelfs droogte moeten kunnen weerstaan. Doordat elke situatie volledig verschillend is, door de vermelde parameters, is elk recept voor dergelijke regentuin verschillend. Het is cruciaal dat de samenstelling hiervan pas gebeurt na grondig onderzoek van de specificiteit van elke plek. Dat kan door zaaien of planten.
Het is cruciaal dat de samenstelling hiervan pas gebeurt na grondig onderzoek van de specificiteit van elke plek. Dat kan door zaaien of planten.

Inheems versus niet inheems


Met het assortiment aan planten dat ruimschoots in de handel te verkrijgen is, zijn de mogelijkheden dan ook allesbehalve gering. Sommige inheemse planten gaan goed reageren op dergelijke situaties, maar door inmenging met niet-inheemsen – en dat zijn dan vooral Noord-Amerikaanse of Aziatische soorten van vergelijkbare klimaatzones, wordt het beeld kleurrijk. Het gaat er bovendien niet al te wild uitzien, wat in de stedelijke sfeer een moeilijk punt blijft. Het brede publiek is niet altijd opgezet met pure verwildering, die al snel als verwaarlozing wordt geïnterpreteerd.

Ontwikkeling van ingezaaide oever-vegetatie bij een stormbekken. Met echte Koekoeksbloem en Margriet.

Ontwikkeling van ingezaaide oever-vegetatie bij een stormbekken. Met echte Koekoeksbloem en Margriet.


Toch kan je een zekere mate van spontane ontwikkeling toelaten die dergelijk natuurlijker effect veroorzaakt. Hierdoor ontstaat een geëigende biotoop per regentuin, die de biodiversiteitskoppeling aanzwengelt. Insecten en vogels reageren hier elk op hun eigen specifieke manier op de flora die zich ontwikkelt.
Toch kan je een zekere mate van spontane ontwikkeling toelaten die dergelijk natuurlijker effect veroorzaakt. Hierdoor ontstaat een geëigende biotoop per regentuin, die de biodiversiteitskoppeling aanzwengelt.

Element van de toekomstige stad


Naar beheer toe zijn deze regentuinen onderhevig aan selectieve wiedbeurten. Belangrijk daarbij is dat houtachtigen worden verwijderd omdat ze anders verbossing veroorzaken. Dit zou de eigenlijke functie van de regentuin vanzelfsprekend hypothekeren.

Het is dus meer dan duidelijk dat gezien de huidige problematiek van terugkerende droogte, piekbuien en teruglopende biodiversiteit, regentuinen een meer dan noodzakelijke plaats gaan innemen in het toekomstige stadsbeeld. Het is fundamenteel dat steden gaan inzetten op geschoolde tuinmannen die een gedegen plantenkennis hebben, die dat selectief wieden onder de knie krijgen. Dat geldt overigens niet enkel voor de regentuinen maar voor het algemeen toekomstige groenbeheer van de stad, waarbij de half-natuurlijke ontwikkelingen alsmaar meer de toon gaat zetten.
Het is fundamenteel dat steden gaan inzetten op geschoolde tuinmannen die een gedegen plantenkennis hebben, die dat selectief wieden onder de knie krijgen.

 

Back To Top
The Green City uses Googles cookies and scripts to analyse your use of our website anonymously, so we can customise its functionality and effectiveness and display advertisements. We also use Facebook, Twitter, LinkedIn and Google cookies and scripts, with your consent, to enable social media integration on our website. If you wish to change which cookies and scripts we use, you can alter your settings below.
Cancel