Tekst: Michel Geys, ecologisch tuin- en landschapsarchitect
Vaak wordt toekomstgrond rond industriebedrijven of voor woonprojecten ingezaaid met gras en meermaals gemaaid. In het beste geval wordt een bloemenmengsel ingezaaid, maar als de nieuwbouw start, verdwijnt alles. Dat het ook anders kan bewijst de gemeente Rijkevorsel. Een braakliggend terrein van 3,6 ha, hartje St. Jozef, in afwachting van nieuwbouw, liep het risico een doorn in het oog te worden bij buurtbewoners. Door de aanleg van tijdelijke natuur kreeg het gebied een positieve uitstraling.
Nieuwe woonprojecten zijn nog steeds een noodzaak om ieder van ons de kans te geven zich te huisvesten. Al te vaak beperkt dit zich tot woningen, een klein speeltuintje, wat bomen in de straat en enkele zitbanken. De landelijke gemeente Rijkevorsel heeft echter iets bijzonders: ze heeft het klassieke roer omgegooid en ademt ‘groen’. Project ‘Site SAS’ te St Jozef Rijkevorsel laat zien hoe tijdelijke en blijvende natuur, afbraak en woningbouw samen kunnen gaan.
GEMEENTE RIJKEVORSEL
Ligging in de Belgische Noorderkempen, in vogelvlucht op 10 km van de Nederlandse grens. De drukke verkeersweg N 14 van Mechelen tot Breda loopt dwars door het centrum van zuid naar noord. Het grondgebied telt 12.500 inwoners. Het is een landelijke gemeente met veel land- en tuinbouwbedrijven. Industrie vooral rond het kanaal Dessel- Schoten in het zuiden van de gemeente. Verscheidene natuurgebieden in en rond Rijkevorsel situeren zich vooral rond de oude kleiputten. Bijencentrum “ De Raam” met grote bijenvriendelijke tuin toegankelijk voor het grote publiek.
GESCHIEDENIS
Site SAS steenbakkerij (3,6ha)bevindt zich aan het kanaal Dessel – Schoten dat gegraven werd in 1864 in het gehucht St Jozef Rijkevorsel. De fabriek werd opgericht in 1906, de activiteiten stopten in 2009. Basisproduct voor het bakken van de stenen was klei, gevormd in het Oud-pleistoceen . De kleilaag rond Rijkevorsel was zo’n 30 m dik. Tijdens de laatste ijstijd, ongeveer 12.000 jaar geleden, werd de laag bedekt door een dunne laag dekzand afkomstig van de zanden van de droge Noordzee. De klei was dus eenvoudig te ontginnen. In 2011 werd de site opgekocht door de gemeente met het doel er nieuwe woongelegenheden op te trekken.
ENKELE GEGEVENS
Cruciaal voor de realisatie van het project:
- Klimaatneutraal bouwen: geothermische installaties, zonnepanelen, passieve koeling, hernieuwbare energie.
- Site SAS is industrieel erfgoed, laatste activiteit in 2009. Er wonen nog vele ex- werknemers met vele herinneringen in de buurt. Vandaar dat men ervoor koos het woonproject te integreren in de directe omgeving met als eye-catcher en baken de hoge SAS-toren.
- Biodiversiteit: De omliggende natuur zal geïntegreerd worden in het woonproject. Er zijn inheemse beplanting, bloemrijke graslandjes en infiltratiebekkens (poelen) voorzien.
TIJDELIJKE NATUUR
De periode tussen de afbraak van de oude gebouwen op de site in 2017 en de realisatie van het nieuwe woonproject in het najaar van 2023 vroeg om een weloverwogen overbrugging. De nieuwe natuur en het dierenleven die sinds 2017 ontstonden op het terrein, kunnen door de gekozen manier van aanpakken perfect migreren naar het toekomstige park en zijn niet gedoemd om te verdwijnen.
DIVERSITEIT
Het siert de gemeente dat zij zoveel belang hecht aan biodiversiteit op haar grondgebied. In 2018 hebben wij langs de 3 straatkanten van de site stroken van ongeveer 10 m breed ingezaaid met een inheems bloemenmengsel van een 35-tal pioniersoorten( één- en tweejarige bloemen samen met kortlevende vaste planten). Dit lokte veel fauna naar de site en leverde voor de omwonenden een ware bloemenpracht op. Het middelste deel van de site, nog een 3 ha groot, bleef onaangeroerd . De natuur kon er ongestoord zijn gang gaan. De stukken met verharde ondergrond staan voor een groot gedeelte van het jaar onder water.
Het is ongelooflijk hoe de natuur zich op 6 jaar tijd weet te herstellen, noem het evolueren. Het verschil in evolutie tussen de onbewerkte verharde bodem die 100 jaar onder de steenbakkerij lag en de bewerkte grond die de bloemenweide tot volle pracht bracht kan niet groter zijn. Deze twee leveren samen de rijke biodiversiteit van deze plek. Tussen de onbewerkte verharde grond en de bewerkte grond zijn duidelijke verschillen, zowel in plantengroei als gebruik door insecten. Op het onbewerkte natte deel, schoten pioniersoorten op zoals zachte berk, grauwe abeel, Canadese en balsempopulier.
Ook de wilgen met schietwilg, grauwe wilg, boswilg en geoorde wilg waren goed vertegenwoordigd. Vogels zoals graspiepers, veldleeuweriken, rietgorzen en watersnippen op doortrek maken hier gebruik van. Van de bloemenweiden maakten heel andere vogels gebruik. Op de zaden kwamen vooral putters, kneuen en barmsijzen af. Ook de insectenfauna was verschillend. In het onbewerkte deel zaten vooral libellen en waterinsecten. Bij de ingezaaide bloemenweides waren veel vlinders en bijen te vinden.
TOEKOMSTIG PARK
In afwachting van de aanvang van de bouwwerken, is men reeds gestart met aanleg van de groene zone. Vertrekkend van de bestaande natuur in het noorden, wordt die doorgetrokken tot in het hart van de woonwijk. Er zijn bestaand en nieuw bos, houtkanten, bloemrijk grasland en infiltratiebekkens of poelen met knuppelpaden voorzien. Alle facetten die voor een maximale biodiversiteit zorgen, zijn aanwezig om de inheemse fauna ten goede te komen.
Voor de nieuwe inwoners (kinderen), creëert men een leefwereld waar men kan spelen op de speelberg en in de speeltuin. Er is mogelijkheid voorzien tot sporten, evenementen organiseren op de pleintjes maar ook voor rust en privacy. Van een doordacht en geslaagd project gesproken.
CONCLUSIE
Door de aanleg van het park al te starten voor de bouwwerken, kan die tijdelijke natuur deels gespaard blijven. De fauna die zich hier de laatste zes jaar vestigde, krijgt zo de kans om te migreren van tijdelijke naar nieuwe natuur. Hierdoor wordt het geen verhaal van een ‘ecologische val’ waarbij het territorium van bijen, vlinders, vogels enz. ten bate van de woningen vernietigd wordt. Er blijft mogelijkheid tot migreren naar natuur zowel binnen als buiten de site, met dank aan alle initiatiefnemers.
Met dank aan Nina De Vrij, beleidsmedewerker gemeente Rijkevorsel en ADAK voor de medewerking.