Auteur: Marc Verachtert (groenjournalist)
Hasselt plantte vier zo goed als volwassen bomen op zijn Grote Markt. De voorbereiding en inrichting van de plantplaats kostte meer dan de bomen zelf. De investering is het echter meer dan waard. Eén duurzame boom planten kost maar evenveel als telkens opnieuw een veelvoud aan in plantgaten opgesloten boompjes vervangen. De ecosysteemdiensten van de grote boom zijn een gratis meenemer!
Gemeente- en stadsbesturen pakken steeds vaker uit met geweldige boomplantinitiatieven. Hasselt mag als voorbeeld dienen. De eerder kleine Grote Markt kreeg bij een totale make over ineens vier bomen ingepast. “Het is een beleidskeuze van dit stadsbestuur om te investeren in meer groen op het openbaar domein. Bij de heraanleg van de Grote Markt was er dus geen twijfel om ook hier te kiezen voor extra groen, waaronder vier bomen. Extra groen moet er bijdragen tot meer beleving. Daarnaast geven de bomen zuurstof aan de binnenstad en zijn het natuurlijke koelteplekken tijdens warme zomers” motiveert Laurence Libert, schepen bevoegd voor onder andere Openbare Werken.
De keuze viel op drie zilverlindes (Tilia tomentosa) en een christusdoorn (Euphorbia milii). Vooral die laatste is een heuse blikvanger, want ineens 15 meter hoog en 25 jaar oud. “We kozen bewust voor een volwassen exemplaar. Een jonge boom zou de eerste jaren in het niets verdwijnen in de ruimtelijkheid van de nieuwe Grote Markt. Tegelijk wilden we een statement maken.
De afgelopen jaren werd Hasselt, omwille van de vele bouwprojecten, wel eens smalend een betonstad genoemd. We willen als stadsbestuur ons openbaar domein net ontharden en sterk investeren in bijkomend groen”.
Essentials: Met grote bomen zet Hasselt in op beleving, klimaat en milieu. Tegelijk rekent ze af met het haar opgespelde imago van ‘betonstad’.
De ondergrond kost geld
Om de boom een mooie toekomst te geven en hem een maximum aan ecosysteemprestaties te laten leveren, werd niets aan het toeval overgelaten. Zijn wortels krijgen ruimte gegarandeerd onder de kasseiverharding in, inclusief kwaliteitsvol substraat, luchttoevoer en vochtsensoren. Kostprijs voor de vier bomen was ongeveer 50.000 euro, waarvan het merendeel voor de Christusdoorn.
Een aantal inwoners fronst de wenkbrauwen als ze het bedrag horen. “Dat speeltoestellen en straatmeubilair een equivalent kosten, daar hoor je geen opmerkingen over. Bomen hebben echter tijd nodig om al hun troeven uit te spelen: zowel visueel als door het geven van schaduw en dus zorgen voor verkoeling. Andere waardevolle effecten zoals zuurstofproductie en het vastleggen van stof zijn niet direct voelbaar en worden door de meeste mensen dus buiten beschouwing gelaten” reageert Jos Schenk, European Tree Technician bij de stad Antwerpen.
Bomen moeten tijd krijgen en liever één grote boom dan vele kleintjes, weten groenexperts. Dat er op wordt ingezet bewijst niet alleen Hasselt, maar ook Roeselare, Leuven, Gent, Mechelen en een steeds groeiende lijst van groenbewuste steden.
Toch blijven er bomen in verdrukking, vooral dan in een bebouwde omgeving. Te vaak worden nog boompjes geplant, opgesloten in plantgaten die je evenzeer bloempotten mag noemen. Veel kans trouwens dat hun wortels regelmatig worden geamputeerd door het (ver)leggen van nutsleidingen en andere graafwerken.
Vaak blijft het een kwestie van kostprijs. Wat als je de prijs in perspectief plaatst, en het bij beoordeling niet bekijkt als directe uitgave maar afgezet op een langere tijdslijn, vroeg Jos Schenk zich in 2017 af. Hij vergeleek (met medewerking van Tom Joye (Inverde), Lien van Langenhove en Chritian Ysenbaardt (Stad Antwerpen)) de kostprijs voor het planten en onderhouden van bomen in een bebouwde omgeving en bracht ze onder in drie types:
- Type 1: Zeer duurzame boom: een soort die minstens 150 jaar oud kan worden, wortelruimte en plaats krijgt om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te bereiken of minstens een kroonprojectie van 200 m² en 150 jaar kan groeien, zonder boven- en ondergrondse beschadigingen.
- Type 2: Duurzame boom: idem als Type 1, maar met een groeipotentieel van minstens 120 jaar en 100 m² kroonoppervlakte.
- Type 3: Niet duurzame bomen: boompjes zoals ze vaak langs straten en op pleinen worden geplant, met een plantgat van enkele vierkante meters in de verharding en/of afgezet met wortelwering en/of wortelgeleiding, dus zonder kans op natuurlijke grootte of leeftijd. Gemiddeld worden ze niet ouder dan 15 jaar.
Essentials: Bomen worden niet naar waarde geschat. Hun ecosysteemdiensten zijn niet zichtbaar en meetbaar. Straatstenen en meubilair gaan voor direct effect.
Cijfers op tafel
Voor het vergelijken van kostprijs en rendement ging Jos uit van de meest moeilijke, maar ook voorkomende situaties in een stedelijke omgeving: bomen die onder hun kroon ruimte moeten laten voor ander gebruik. Hij vatte het samen ‘licht verkeer’: gebruikt door voetgangers en/of traag rijdend autoverkeer en ‘zwaar verkeer’: zwaar en/of snel rijdend autoverkeer. Denk er zelf alle mogelijke pleinfuncties bij, van zitplekken tot evenementen allerhande.
Voor elk van die twee situaties stelde hij -net als andere bewuste groenexperts- als conditie dat de benodigde ondergrondse groeiplaats(constructie) evenveel kubieke meters doorwortelbare ruimte moet hebben als de oppervlakte van de kroonprojectie en verwacht aantal levensjaren van de boom.
Op basis van systemen die op de markt beschikbaar zijn concludeerde hij dat voor licht verkeer kan uitgegaan worden van een drukverdelende laag boven op bomenzand. Voor zwaar verkeer berekende hij de kost van een zelfdragende constructie op kunststof of betonpijlers, gevuld met bomengrond.
De investeringen liggen ver uit elkaar. Een niet duurzame boom planten kost ongeveer 320 euro, voor een zeer duurzame boom in een zone voor zwaar verkeer is de kost 80.000 euro. Hierin zijn inbegrepen alle investeringen voor het maken en afwerken van de plantzone, de aankoop van het plantgoed en alle onderhoud dat de eerste 15 jaar nodig is om de boom te begeleiden en te verzorgen.

Het loont de moeit om te weten wat de verwachte toekomst van deze bomen is en ook daar geeft de studie van Jos Schenk inzicht in.

Het rendement vergeleken
Niet duurzame bomen gaan gemiddeld voor een levensduur van 15 jaar, waarbij ze amper ecosysteemdiensten bewijzen. Hoewel hun aanplant slechts 320 euro kost is hun return on investment behoorlijk laag.
Jos Schenk bewijst het door te vergelijken met de kostprijs en de kroonprojectie (redeneer zelf kroonmassa en ecosysteemdiensten) van duurzame en zeer duurzame bomen.
Zijn conclusie: Van 0 tot 15 jaar heb je drie niet duurzame boompjes nodig om het (kroon-)rendement van een duurzame boom te halen, tussen 15 en 30 jaar negen boompjes en na 60 tot 75 jaar zelfs 17 niet duurzame boompjes. Voeg daarbij dat het visuele en beeldbepalende aspect van de niet duurzame boompjes zo goed als nihil is, terwijl de duurzame boom verder groeit naar meer en beter. Een duurzame of zeer duurzame boom plannen of planten betekent dus vooruitzien. Ook wat budget betreft. Vanaf 30 tot 45 jaar is de investering in een duurzame boom voordeliger dan steeds opnieuw jonge boompjes te blijven planten, tenminste voor situaties met licht verkeer.
Investeren in duurzame bomen in een omgeving voor zwaar verkeer is en blijft duurder. Een doordachte planning kan echter veel oplossen. Zwaar verkeer en bomen houd je beter uit elkaar en waar het kan geef je bomen best onverharde ruimte, dat is nog steeds het beste koop.

Essentials: De eerste investering in een duurzame boom is groot, maar overstijgt na jaren de kost van het steeds maar opnieuw moeten vervangen van boompjes in te kleine plantgaten. Bovendien zijn ze visueel sterker aanwezig en gaan ze voor een veelvoud aan ecosysteemdiensten.
Bronnen: Interview Laurence Libert, schepen Stad Hasselt en interview en studie ‘Duurzame bomen in stedelijk milieu, rendement en kostprijs’ (januari 2017 – ecopedia.be) aangereikt door Jos Schenk.