Auteur: Marc Verachtert, freelance groenjournalist
Het aantal bomen is wellicht minder belangrijk dan welke bomen waar geplant worden en hoe ze gezond kunnen groeien. Zo laat zich de vijf gedegen presentaties van het seminarie Green Cities for a sustainable Europe van 4 september 2018 in Flanders Expo samenvatten. In de zaal, een bijna 200-koppig publiek van beleidsmakers, groenverantwoordelijken, ontwerpers, aannemers en kwekers.
Groen als klimaatregelaar
“Denk niet alleen aan het inzetten van groen tegen het hitte eiland effect – het vooral ’s nachts niet meer afkoelen van verstedelijkte centra – maar ook en vooral aan het creëren van thermisch comfort voor bewoners en bezoekers van steden” verduidelijkt dr. Wiebke Klemm, landschapsarchitecte aan de Universiteit van Wageningen. Thermisch comfort staat daarbij voor hoe ieder van ons temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en effecten van wind anders ervaart.
Wat warmte betreft blijkt 26° zowat de grenswaarde te zijn, waarbij we wisselen van graag in de zon zitten of net schaduw opzoeken.
Volgens dr. Klemm moeten onze steden geen bossen worden, maar moeten we groen zodanig inpassen dat het verkoelende lucht de stad laat inwaaien om zich verder te verspreiden via groen en blauwe netwerken. Ook moeten we bomen zodanig planten dat ze tussen 12 en 16 uur schaduw geven, dan is hun effect het grootst. Letterlijk zelfs indien we grootkronige bomen gebruiken. Groen, zo stelt de onderzoekster, is er trouwens niet alleen voor het terugdringen van warmte, rechtstreeks van de zon of na reflectie op verhardingen en gevels, maar ook om bijvoorbeeld een (teveel) aan neerslag te bufferen of weg te werken.
Essentials:
- Thermisch comfort: Warm is voor iedereen anders
- 26° laat zon inruilen voor schaduw
- Plant koele groenzones aan de leefzijde van de stad
Denk stad, denk groen
Bomen en bij uitbreiding alle vormen van groenplekken, mogen niet gebruikt worden als opvuller voor restruimten, maar moet men beschouwen als een volwaardig, duurzaam en kwaliteitsvol onderdeel van de omgeving. Zo betoogden Aurelie De Smet van Kenniscentrum Tuin+ en Els Huigens van het ontwerpbureau Fris in het Landschap. Een breed gedragen en gelaagd ontwerp is daarbij erg belangrijk, net als het iedereen overtuigen van de waarde van het groen. Beiden waren duidelijk overtuigd dat een duurzame ontwerphouding voor de publieke ruimte een antwoord kan bieden op de klimaatuitdaging. Zeker indien ze gaan voor geïntegreerde oplossingen die de brede waaier van problemen aanpakken; van nood aan schaduw, waterbuffering en verdamping tot het beleven van licht en donkerte en het belang van stilte. Aspecten als aankleding van de bebouwde omgeving en gebruik door de bewoners en bezoekers worden daarbij niet uit het oog verloren. Getuige de voorbeelden waar Els mee uitpakte: een klimaatadaptief plein in Kopenhagen, Ecopolis in Sint-Niklaas en de Groenpool Gentbrugse Meersen in Gent.
Lieven Vereecke, zelfstandig landschapsarchitect, confronteerde met andere realiteit; niet altijd wordt groen van in het begin meegenomen in een ontwerp. Groenvoorzieners moeten meer dan eens eerder gemaakte fouten herstellen. Zijn case: De Munt in Roeselare. Een plein dat acht jaar lang lag te bakken in de zon of geteisterd werd door de wind, kaal en zonder bomen. Binnen de mogelijkheden en beperkingen, zowel technisch, ruimtelijk en financieel, ging hij voor een groene aankleding. Sterkmaker van het proces: een gedegen waterbufferingssysteem met overloop, een duurzaam substraat en passende bomen voor deze situatie.
Essentials:
- Een gedragen en gelaagd groenproject is een duurzaam project
- De klimaatproblematiek is een kans voor een betere (lees meer groene) publieke ruimte
- Het is nooit te laat om bomen te planten
Niet overal kan dezelfde boom
Aan passende bomen geen gebrek in de Belgische kwekerijen, zo vertelde Lucien Verschoren, AVBS vakgroepvoorzitter boomkwekerij. Al duurt het 10 tot 15 jaar vooraleer een boomkweker een stevige boom in de markt kan zetten, er is meer dan voldoende voorraad en keuze aan klimaatbomen die sterk zijn tegen zowel warmte, droogte als vocht, zo argumenteerde hij. Hij deed dat weliswaar als eerste spreker. In ons verslag brengen we dit liever op deze plek, omdat zijn insteek daarmee beter gekaderd is.
Aan de hand van een veelheid aan beelden toonde hij dat er voor elke plek in de stad, van breed uitgesmeerd plein tot smalle straat, een passende boom bestaat. 80 ervan bundelde ineens in een handige overzichtsfolder die de aanwezigen meekregen.
Essentials:
- Voor elke plek is er een passende boom
- Stadsbomen moeten sterk zijn tegen warmte, droogte en (teveel) vocht
- Een goede stadsboom vraagt 10 tot 15 jaar opgroeitijd
Ondergronds sterk!
Bomen zijn echter maar zo sterk en gezond als hun standplaats toestaat. Ze zomaar in een plantgat stoppen doet geen enkele professional meer. Björn Embren, Tree Officer van de Zweedse hoofdstad Stockholm, vertelde hoe het er bij hen aan toegaat. Hij baseerde zijn presentatie en verhaal op 15 jaar experimenteren en nauwkeurig observeren. Het resultaat: van een boombestand waarvan 30% kwijnend of op sterven na dood was naar zo goed als 100 % gezonde bomen lang straten en op pleinen.
Hun leerproces resulteerde in drie ook voor ons logische beleidslijnen: leidingen niet in de wortelzones (laten) leggen, maar dicht tegen de gevels aanschuiven, elke boom een comfortabel doorwortelbare ruimte van minstens 25m² gunnen en die aparte plantgaten bovendien met elkaar verbinden tot een groot geheel zodat water kan fluctueren. Daarbovenop komt het gebruik van substraat dat een maximum aan gezonde wortelactiviteit toestaat. Vandaag gebruiken ze er een substraat op basis van ongeveer 75% fijngemalen (natuur-)steen. De korrelfractie is zodanig bepaald dat er steeds tot 70% holle ruimte beschikbaar blijft voor lucht, vocht en voedingstoffen. Bij de steenfractie komt ongeveer evenveel compost als biochar -houtskool die verontreinigende stoffen filtert en ineens aangerijkt is met de nodige voedingstoffen. Dit biochar wordt trouwens gemaakt van snoeihout uit eigen plantsoenen. De cirkel wordt dus gesloten. Ook de warmte die vrijkomt bij de productie van de biochar gaat niet verloren. Die wordt ineens opgenomen in een warmtenet voor woningverwarming.
Hoewel oorspronkelijk bedoeld voor het planten van bomen langs straten, heeft Stockholm het systeem ondertussen veralgemeend tot alle bomen die geplant worden, zelfs in open gras. Het resultaat met intens groene en gezonde bomen maakt namelijk promotie voor zichzelf. Beleidsmakers scoren ermee en nemen daardoor de hogere plantprijs op de koop toe.
Essentials:
- Geef wortels volop ruimte
- Gebruik een duurzaam plantsubstraat en voorkom verdichting, ook op langere termijn
- Met gezonde bomen overtuig je beleidsmakers (en bewoners)
Bronvermelding beelden (van boven naar onder)
- Doorsnede Tasinge Plads Kopenhagen – ontwerp GHB Landskabsarkitekter a/s
- Ontwerpbureau Fris in het Landschap
- How to create growing conditions and taking care of the rain water – Björn Embren
- Laan met bomen in Stockholm – Björn Embren
- Voordelen van Biochar – Björn Embren