Auteur: Marc Verachtert, groenjournalist
Lucien Verschoren, voorzitter van de boomkwekersfederatie Noord-België en Surrender Roelands, projectmedewerker bij het PCS (Proefcentrum voor Sierteelt) weten het wel zeker: “Een absolute nummer 1 klimaatboom bestaat niet. Het is afhankelijk van waar de boom moet komen en welke groeikansen hij krijgt”.
Klimaatsterk groen
Dat bij nieuwe projecten moet gekozen worden voor bomen die sterk zijn tegen droogte, dat weten de heren wel zeker. Ze moeten ook kunnen omgaan met een alsmaar vroeger startend voorjaar gecombineerd met onvoorspelbare nachtvorst. “Af en toe een fikse stortbui, daar kunnen bomen beter tegen. Als het water tenminste weg kan. Ze mogen nooit meerdere dagen na elkaar met hun wortels in het water blijven staan. Maar dat is gelukkig eerder uitzonderlijk, tenzij bomen in slecht uitgevoerde en te kleine plantputten worden geplant”. Ze voegen er liever het criterium temperatuur aan toe. “In onze steden loopt de omgevings- en stralingstemperatuur vaak extreem op door de oppervlakte verharding en bebouwing. Het resulteert in extreme verdamping en nood aan water”.
Droogte, alsmaar vroegere voorjaren en hogere temperatuur in steden vormen voor bomen grotere problemen dan af en toe teveel neerslag
Vraag en aanbod in de boomkwekerij
Er zijn gelukkig bomen die met dit alles kunnen omgaan. Lucien verwijst naar de folder en de lijst ‘Meer bomen en meer boomsoorten voor ons klimaat’. Een lijst van bijna 80 bomen die drie jaar geleden werd opgesteld. “De lijst is nog steeds actueel” benadrukt Lucien. “Ze zijn echter niet allemaal beschikbaar, laat staan in grote aantallen bij kwekers voorradig. “Laat ons toegeven dat nog maar 20 tot 30 % van de kwekers mee zijn met een aanbod van klimaatbomen.
Kwekerijen wachten op een stijgende vraag om meer klimaatbomen te kweken
Toch mag je de overige niet met de vinger wijzen. Ze kweken planten waar vraag naar is of vraag naar verwacht wordt. En daar schort het net. Niet alle tuinarchitecten, tuinaannemers of verantwoordelijken van groendiensten kennen deze sterke soorten al en blijven dus de andere, vroegere en meer algemene soorten kopen. Het ontbreekt nog aan uitwisseling van ervaringen en kennis tussen de kwekerijen en groenvoorzieners om een shift in het assortiment te verkrijgen ”. Evolutie in de boomkwekerij is dus een kwestie van kip of ei.
Toppers bij bomen
En toch. Er is beweging. Getuige recent aangelegde tuinen en parken. Steeds vaker duiken planten van de lijst op: Amelanchier lamarckii (Amerikaans krentenboompje), Koelreuteria paniculata (Lampionboom), Parrotia persica (Perzisch ijzerhout), … Je ziet ze steeds meer. Mogelijk omdat ze al wat langer en beter gekend zijn. ”Amelanchier verkocht het voorbije jaar trouwens zo goed dat er nog amper planten in voorraad zijn. Naar Koelreuteria is het ook zoeken. Het aanbod ervan was eerder beperkt” weet Lucien.
Voor de andere soorten van de lijst blijft duidelijk koudwatervrees; “Zeker voor de cultivars. Het lijkt wel alsof mensen denken dat het geen volwaardige bomen zijn, terwijl dat vanzelfsprekend wel zo is en ze vaak bijzondere eigenschappen combineren. Lucien vult aan: “Onze boomkwekers hebben voor toepassing in de stad en langs wegen speciaal smalle cultivars ontwikkeld; bomen die weinig plaats innemen en uitlaatgassen makkelijk laten ontsnappen” en geeft tegelijk twee voorbeelden van compacte stadsbomen: Quercus x warei ‘Regal Prince’ en Fraxinus ornus ‘Mecsek’.
Kennis over klimaatbomen delen
Het niet op de markt doordringen van alle klimaatbomen is het resultaat van te weinig kennis over deze soorten. Dikke naslagwerken waarin kwekerijen uitpakken met hun volledig assortiment dragen er volgens beide heren niet echt toe bij. “Begin door het bos de bomen maar eens te zien”. Het PCS springt de Vlaamse groensector in elk geval wel en hands-on bij. “Via enquêtes verzamelen we concrete ervaringen van tuinaannemers en groenbeheerders over bomen en de impact van o.a. droogte, zelfs gespreid over jaren en verwerken dat in onze studies. Ook volgen we de impact van klimaatwisselingen op de bomen in ons eigen assortimentspark” verduidelijkt Surrender die meegeeft dat over de resultaten tijdens plaatsbezoeken en studiedagen wordt gecommuniceerd, net als via publicaties en webartikels.
Groene toekomst voor steden
“Ook in de diverse groenopleidingen moet voldoende aandacht blijven gaan naar parate boom- en plantenkennis” benadrukt Lucien. “Alleen zo komen er deskundige mensen op het terrein en zullen bomen en vooral de juiste bomen een plek krijgen in onze steden”. Voor beide heren trouwens liever geen dominantie van een of enkele soorten. “De groene toekomst van steden is aan verscheidenheid, incluis het mixen van soorten, zelfs bomen van verschillende geslachten en plantenfamilies in eenzelfde straat, park of plein. Het bouwt een veiligheid in wanneer er eens wat fout gaat met één soort en creëert tegelijk meer kansen voor biodiversiteit. Wat mij betreft mogen er zelfs terug coniferen en waar het kan zelfs Pinus sylvestris in onze steden verschijnen, want inheems en absoluut sterk tegen hitte en droogte” besluit Lucien.
Meer informatie