Auteur: Marc Verachtert
Iedereen heeft de mond vol over meer en beter groen. Groenprofessionals zijn steeds een stapje voor. In prestatie en kennis. Voor dat laatste kunnen ze rekenen op input van de Afdeling Groen van het PCS, het Proefcentrum voor Sierteelt te Destelbergen.
Sterke onderzoeken op het PCS
- Living Wall systemen
- Grondgebonden verticaal groen
- Bodembedekkers voor alle omstandigheden
- Beplanting voor wadi’s
- Sortiment groenblijvende vormheesters
- Droogteresistentie bomen en struiken
- Gebruik organisch bodemverbeterende middelen
Grondig groenwerk
Het PCS is een heus onderzoekscentrum dat focust op effecten op lange termijn van zowat alle aspecten van de Vlaamse sierteeltsector en sinds 2008 ook van en voor de groenvoorziener. “In aanvang werkten we voor de boomkwekers en de andere sierteeltsectoren. Openbare besturen en tuinaannemers maakten echter gaandeweg ook meer en meer gebruik van het waarschuwingssysteem dat we opzetten om te informeren rond ziekten en plagen. Zo kwamen we tot de visie dat we ook voor hen wat moesten doen. Zij zijn het tenslotte die de producten van de jongplantenkwekers en de plantenkwekers tot bij de eindgebruiker brengen” schets Bruno Gobin, directeur van het PCS, het werkveld. In 2018 volgde dan de oprichting van een volwaardige afdeling ‘Groen’ met eigen onderzoekers en technici.
Opzet is te komen tot meer groen, maar wel op de juiste plaats en tegelijk de groenvoorzieners voorbereiden op een duurzame toekomst: economisch, ecologisch en sociaal of maatschappelijk. “Iedereen praat altijd over ‘er moet meer groen zijn ‘. De groene beweging heeft dat wat naar zich toegetrokken, de sierteelt- en groensector veel minder, terwijl het net wij zijn die zorgen voor een kwalitatieve groenomgeving, met aan de locatie aangepaste natuurlijke soorten of speciaal ontwikkelde cultivars in een mooie gradiënt van natuurgebied tot stadscentrum.
Essentials:
- De sierteelt- en groensector moet groen terug naar zich toe trekken!
- Groen in natuurgebied en stadscentrum mogen grondig verschillen in uitzicht en karakter
Tot en met zichtbaar
Geen beter manier om te weten welke onderzoeken er gebeuren dan rond te stappen op het 24ha. (hoeveelheid) grote domein. Heel wat van die oppervlakte wordt ingenomen door praktijkvelden met focus op boomkwekerij. Voor tuinaanleg moeten we zo goed als het gehele terrein rond. De proeven en demo’s liggen nog wat verspreid, maar daar komt in de toekomst verandering in” zegt Sandy Adriaenssens, verantwoordelijke van de Afdeling Groen.
Een van de blikvangers bij de veldproeven is de opstelling verticale tuinen. 9 uitvoeringen, verschillend in opbouw, substraat en sturing staan er broederlijk naast elkaar, elk ongeveer 2.5 x 2.5 meter groot. Ze kunnen elk zo getransfereerd worden naar een particuliere woning, handelspand of bedrijfsgebouw. Hier staan ze echter -in allemaal dezelfde expositie richting zon- te vergelijken op uitzicht, gedrag van planten, techniciteit, waterverbruik en onderhoud. Verderop een vergelijkende proef van grondgebonden gevelgroen en meer in het bijzonder klimop. De ene soort toont zich daarbij forser, beter sluitend, steviger aan de muur gehecht dan een andere en natuurlijk ook met totaal verschillend visueel effect. “De Hedera hibernica houdt zich duidelijk het minst vast, terwijl bv. de Hedera helix ‘sagittifolia’ dat wel doet en gaat voor een verfijnder uitzicht’ wijst Sandy.
Deze ‘groeiprojecten’ zijn duidelijk voorbeelden van hoe het PCS werkt; op lange termijn en met concrete resultaten voor de groenprofessionals. “We vergelijken niet zomaar even, maar zetten de proeven en vergelijkingen jaren door. Getuige het project AlterIas, waarbij we ondertussen tien jaar geleden al alternatieven naar voor schoven voor invasieve planten. Die proeftuin ligt er nog steeds! De essentie van onze werking is kennis opbouwen, die verankeren in onze werking en natuurlijk ook verspreiden”. Het gebeurt tijdens proefveldbezoeken en studiedagen, maar ook publicaties in vakmagazines, bladen van de sectorgroepen en VVOG en natuurlijk ook op de website van projecten en het PCS zelf.
Essentials:
- Het PCS bouwt kennis op en verankert het in zijn werking.
- Professionals worden geïnformeerd via proefveldbezoeken, studiedagen, magazines en websites.
Planten eerst
Bij de testen vanzelfsprekend veel aandacht voor de planten zelf. “Het hoe en wat van het kweken komt toe aan de afdelingen boomkwekerij, snijbloemen, kamerplanten, perkplanten, potchrysanten, azalea en Rhododendron. Maar er zijn raakvlakken tussen de domeinen. Het Enthoutpark voor de laanboomkwekerij wordt een proefveld voor droogteresistentie van bomen en planten van onze afdeling ” wijst Sandy. Voor de Afdeling Groen telt vooral de gebruikswaarde van verschillende planten.
Getuige de proefopstelling van klim- en leiplanten. Zowel rozen, clematis, kamperfoelie, trompetbloem als woodvamp of Decumaria staan er broederlijk naast elkaar en tegen een 20 meter lang en 4 m hoog verticaal scherm van maasdraad afgewisseld met bituumstroken. Na een jaar zijn de verschillen in groeikracht en het sterk zijn tegen weer en wind, incluis droogte al duidelijk. “Om conclusies te trekken is het echter nog te vroeg”.
Welke proeven opgestart worden bepaalt de sector grotendeels zelf. “We hebben een Technisch Comité bestaande uit tuinaannemers en vertegenwoordigers van de openbare groendiensten die twee keer per jaar voorstellen op tafel leggen en resultaten bespreken” verduidelijkt Sandy. Vanzelfsprekend kunnen ze niet allemaal in realiteit gebracht worden. Budgetten zijn niet oneindig. Bruno Gobin “We werken met middelen die ons ter beschikking worden gesteld door het Departement Omgeving, projectfinanciering met ook cofinanciering van sectororganisaties of bedrijven. Zonder daarbij onze onafhankelijkheid en neutraliteit in gevaar te brengen. We werken voor het algemeen nut van de groensector!”.
Essentials:
- Een Technisch Comité met onder andere tuinaannemers aan tafel bepaalt en bespreekt de onderzoeken.
- Ongeacht de herkomst van onze middelen werken we totaal onafhankelijk, in het algemeen belang van de groensector.
Het aangestuurd worden door een Technisch Comité met vertegenwoordigers uit de praktijk garandeert dat de werking van het PCS nauw aansluit bij de actualiteit, van problemen tot opportuniteiten, en de tuinaannemer of groenvoorziener helpt om beslagen en resultaatgericht op het terrein te komen. De buxusmot wordt dus ook hier aangepakt. Bij de Afdeling Groen niet met een zoektocht naar pesticiden, wel naar geschikte alternatieve planten. Een proeftuin met groenblijvende vormheesters, in heuse tuinsfeer, gaat voor alle mogelijke alternatieven. Hulst, schijnhulst, olijfwilg, Lonicera, Phillyrea, taxus in alle vormen en volumes mogen er zich tonen. Ze worden gevolgd in hun sterkste kanten, maar ook in hun zwakheden. Zij het dat zwakte ook wel eens te sterke groei kan zijn, die dwingt tot regelmatig knippen van opdringerige scheuten.
Bodembedekkers gaan voor een volgend proefveld. Ze nemen steeds meer oppervlakte in in particuliere tuinen en openbaar groen. Logisch dus dat ze ook hier uitgeprobeerd worden. In een opstelling van drie verschillende exposities ten opzichte van de zon: volle zon, halfschaduw en schaduw, zijn courante en minder courante bodembedekkers geplant. Ze vullen per soort één vak of staan in een combinatie van soorten. Elk wordt gevolgd op snelheid van sluiten van de bodem, het onderdrukken van onkruid, de mate van onderhoud en voor zover het combinaties betreft, het al dan niet elkaar overwoekeren en verdringen.
Essentials:
- Alternatieven voor buxus staan in heuse tuinsfeer naast elkaar te kijk.
- Dezelfde bodembedekkers worden getest in zon, halfschaduw en schaduw.
De diepte in
Geen sterke gezonde plant, zonder gezonde bodem zo weet elke groenprofessional. Vandaar ook een proefveld om de effectiviteit en duurzaamheid van organisch bodemverbeterende middelen te vergelijken. Op elk proefveldje, 16 behandelingen in totaal, steeds een liguster, een Buxus microphylla, Deschampsia cespitosa en een anemoon om het effect op heesters, siergrassen en vaste planten te testen. Op korte termijn en na jaren. Het PCS neemt er zijn tijd voor!
Ondertussen is wat stappen verder een proef voor wadi’s en meer bepaald passend plantengebruik in deze infiltratiebekkens, in volle voorbereiding. Drie langgerekte sleuven markeren de aanzet. Eén bekken blijft in puur natuurlijke Oost-Vlaamse grond, een tweede en een derde krijgen respectievelijk een ondergrond mee van zand en leem/klei. In het voorjaar komt er in elk van hen een identieke beplanting waarin intensief en extensief grasland, vaste planten en heesters gedemonstreerd worden. Er wordt nagegaan welke waar het best functioneren en wat de bijhorende kosten en baten zijn voor de verschillende types beplanting . Gewapend met die kennis kan de groensector dan later aan de slag om in stevig en mooi met planten aangeklede wadi’s regenwater te laten infiltreren in parken en tuinen en een verschil te maken met het werk van bijvoorbeeld een wegenbouwer.
Essentials:
- Wadi’s moeten niet kaal blijven. Binnenkort zijn er lijsten met de geschikte planten voor wadi’s en kosten-baten van beplantingstypes.
Ecosysteemdiensten, het nieuwe groen
In al deze testen primeert vanzelfsprekend wat en hoe ze meerwaarde zijn voor de groenprofessional. Voor heel wat openbare besturen, groendiensten en wetenschappelijke instellingen is het al duidelijk dat groen niet zomaar groen is, maar staat voor ecosysteemdiensten, waarbij zowel esthetische kwaliteiten, effecten op milieu en klimaat maar ook recreatie en geestelijke gezondheid, evenwaardig aan elkaar moeten beschouwd worden. “Met een nieuwe Europees project willen we die boodschap de komende jaren verder uitdragen naar kwekers en tuinaannemers. De meeste van hen hebben plantenkennis in overvloed, maar missen de kennis om de ecosysteemdiensten van die planten naar buiten te dragen en dat terwijl het hun product of project net beter in de markt zet en zal zorgen voor meer waardering van de gemeenschap”. Een aanvraag voor de nodige financiële en hopelijk Europese ondersteuning is in volle voorbereiding door een werkgroep van Universiteit en Hogeschool Gent, ILVO AVBS en getrokken door PCS.
Essentials:
- Met het in de kijker zetten van ecosysteemdiensten van groen wint de sector aan marktterrein en waardering
Het PCS zelf geeft waar mogelijk ook het voorbeeld. Zo is de zijgevel van het nieuwe kantoorgebouw tot in zijn uiterste hoeken gevuld met een pracht van een verticale tuin. “Of hoe we het aangename aan het nuttige paren en aan bezoekers ineens laten zien wat mogelijk is” zegt Bruno Gobin. In de inkomhal van het kantoorgebouw nog meer verticaal groen en vanuit de vergaderzaal zicht op een sfeervolle daktuin, met kwaliteiten voor zelfs het meest veeleisende particuliere project. “Alle drie zijn ze ineens uithangbord voor de Vlaamse sierteeltsector en groenprofessionals met ook internationale profilering. We krijgen hier regelmatig groepen over de vloer vanuit de gehele wereld”. Zoek trouwens niet naar onderzoekers met witte schort. Hier hebben ze werkkledij aan. Elk van hen zit -net als de groenprofessional- regelmatig met de handen in de grond. Het garandeert praktijkervaring.
Essentials:
- Op het PCS steken onderzoekers zelf de handen in de grond.
- Het groen op en in het kantoorgebouw is ineens een internationaal uithangbord voor de Vlaamse sierteeltsector.